Statement Geboortebeweging Petitie “Behoud keuzevrijheid zwangeren en eerstelijns Geboortezorg”
De Geboortebeweging onderschrijft de petitie “Behoud Keuzevrijheid en eerstelijns Geboortezorg” die onlangs gelanceerd is door de gelegenheidscoalitie Noodalarm Geboortezorg. GeboorteBeweging is geen deel van de coalitie en heeft geen input gegeven aan deze petitie, maar deelt wel de zorgen die er in geuit worden.De GeboorteBeweging zet zich in voor vrouwenrechten tijdens zwangerschap, bevalling en kraamtijd.
In april 2021 worden de plannen voor integrale geboortezorg-organisaties en integrale bekostiging omgezet naar definitieve voornemens van Tamara van Ark, minister voor Medische Zorg en Sport. In de voorgenomen plannen is onvoldoende geborgd dat bij het nieuwe systeem van financiering, integrale bekostiging, alle vormen van zorg (voldoende) blijven bekostigd. Ook waarborgen ze nog onvoldoende een eerlijke speelveld tussen zorgaanbieders en de keuzevrijheid van zwangere vrouwen.
IGO
De GeboorteBeweging juicht meer kwalitatieve samenwerking binnen de geboortezorg toe, de ontwikkeling van integrale geboortezorg organisaties (IGO’s) is in die zin een logische stap. Dat de huidige structuur van bekostigen daarmee mede wordt aangepast is een logisch gevolg. We zien een heel aantal positieve ontwikkelingen; in veel pilots neemt de keuzevrijheid en de keuze van (continuïteit van) zorg en zorgverlener toe. Door de bredere ruimte om samen te werken, is een zwangere niet meer per definitie eerste of tweedelijns, maar is een mengvorm veel eenvoudiger.
Verschuivingen in ketensamenwerkingen vragen vaak een ander soort van bekostigen, eerlijk de koek verdelen blijft daarin een uitdaging. Goede spelregels helpen daarbij.
Oprichten IGO
IGO’s worden opgericht door de regionale samenwerkingspartners in de geboortezorg, dit zijn veelal een of meerdere ziekenhuizen met de omringende verloskundige praktijken en kraamzorgorganisaties. In de plannen is opgenomen dat de bekostiging per 2025 voornamelijk via de IGO moet worden verdeeld en per 2028 is er voorgenomen om de zogeheten bundelbreker (de mogelijkheid voor individuele financiering, los van de IGO) te stoppen. Vanaf 2028 is bekostiging van zorg exclusief via de IGO’s.
Voorbeeld: TerGooi
Het voorbeeld van het ziekenhuis Tergooi in de Gooi en Vechtstreek laat zien wat er kan gebeuren als duidelijke spelregels voor een nieuwe IGO ontbreken. Dit ziekenhuis heeft een zeer minimalistische opzet gekozen voor een IGO en is slechts met 1 verloskundigenpraktijk de IGO begonnen. Dit is een extreem voorbeeld. Als je deze uitwerkt voor de toekomst betekent het dat een zwangere in deze regio voor 1 verloskundigenpraktijk kan kiezen, niet haar eigen kraamverzorgende bij haar bevalling aanwezig kan hebben of dat ze zal moeten uitwijken naar een andere regio met langere aanrijtijden naar het ziekenhuis. De overige praktijken en kraamzorgorganisaties zullen moeten uitwijken naar andere regio’s voor bekostiging als de bundelbreker vervalt of verliezen hun bekostiging.
NZA over TerGooi
De Nederlandse Zorgautoriteit wijst de gekozen vorm van de IGO Tergooi niet af. Er lijken geen spelregels te zijn voor een IGO. In dit geval kan het ziekenhuis dus zelf zijn ketenpartners kiezen en de bekostiging verdelen zoals zij wensen. Verloskundigen en kraamzorgorganisaties kunnen eenvoudig buitenspel worden gezet in deze situatie. De selectie van zorgverleners komt hiermee voornamelijk bij de ziekenhuizen te liggen. Hiermee wordt het ook eenvoudig om beleid en keuzes van verloskundigen te beïnvloeden; het is immers eenvoudig om haar deelname en bekostiging te beëindigen. Het ontbreekt hier aan spelregels en daarmee een gelijk speelveld voor verloskundigen en kraamzorgorganisaties. Dit worst-case scenario illustreert hoe de keuzevrijheid mogelijk in de toekomst wordt vormgegeven door de ziekenhuizen, terwijl deze natuurlijk bij de zwangere zelf hoort te liggen.
Regionaal werkende verloskundigen/ specialistische zorg
Voor een kleine groep zwangeren die vanwege uiteenlopende redenen kiezen voor een kleinschalige, in een grotere regio werkende verloskundige (vaak een caseload verloskundige) komt hun zorgaanbod in het gedrang. Deze vorm van zorg past minder goed binnen een IGO. De zwangeren die hiervoor kiezen hebben regelmatig een sterke voorkeur voor een bepaald ziekenhuis of juist een ziekenhuis waar ze expliciet niet naartoe willen. De samenwerking tussen deze verloskundigen en de andere ketenpartners is veel incidenteler en toegespitst op individuele casuïstiek.
Daarnaast zijn er (flinke) verschillen tussen ziekenhuizen op specialistische zorg. Denk hierbij aan de kans op een geslaagde versie (draaien van de baby bij stuitligging) of de mogelijkheid van een vaginale stuitbevalling in een houding anders dan op de rug. In deze gevallen zou het eenvoudig switchen van ziekenhuis mogelijk moeten zijn.
Keuzevrijheid door bundelbreker
De keuzevrijheid wordt in de huidige plannen gewaarborgd door de bundelbreker, hiermee wordt zorg gefinancierd die niet binnen de IGO-afspraken valt. Deze bundelbreker verdwijnt per 2028 in de huidige plannen. Na 2028 is het dus niet (eenvoudig) meer mogelijk om een andere combinatie van zorgverleners in de zwangerschap te hebben dan die binnen 1 IGO samenwerken. Hier vallen natuurlijk ook onderlinge afspraken over te maken, het feit blijft dat de bekostiging in handen is van een IGO. De keuze van de zwangere moet niet afhankelijk zijn van de vergoeding door de IGO waar zij in zorg is.
Donker scenario
In de donkerste scenario’s is het voor een ziekenhuis mogelijk om de gehele regie te voeren over de IGO en geen uitzonderingen daarin te maken. Ze zijn geheel vrij om hun eigen partners te kiezen en daarmee voor de zwangeren de keuzevrijheid te beperken. De huidige spelregels, maken dit mogelijk. Het is de GeboorteBeweging helder dat door gebrek aan randvoorwaarden die nu vanuit de wetgever worden gesteld de deur open staat voor een donker scenario. Daar waar spelregels ontbreken of niet worden nagekomen zien we dat er onwenselijke situaties ontstaan.
Spelregels
Zorg ervoor dat elke zorgverlener een gelijkwaardige positie aan de onderhandelingstafel heeft en daar waar samenwerking niet logisch is zorg dat zorg voor individuele casuïstiek mogelijk blijft door de bekostiging onafhankelijk van de IGO. Goede spelregels kunnen het speelveld eerlijk maken en houden.
Wij pleiten ervoor dat iedere verloskundige of kraamzorgorganisatie zonder voorwaarden moet kunnen toetreden en dat een IGO een minimale dekkingsgraad moet hebben in de regio waarin deze is opgericht. Daarnaast moet de bundelbreker beschikbaar blijven.